Lezing van de dag

Lezingen van woensdag 8 mei 2024

Eerste lezing

Uit de Handelingen der apostelen 17,15.22-34.18,1.

In die dagen brachten Paulus' begeleiders hem weg tot Athene
en vertrokken met de boodschap voor Silas en Timoteus
om zich zo snel mogelijk weer bij hem te voegen.
In Athene aangekpmen ging Paulus midden op de Areopa­gus staan en nam het woord.:
'Mannen van Athene, ik zie aan alles hoe diep godsdienstig gij zijt.
Want toen ik rondliep en bekeek wat gij zoal vereert, ontdekte ik zelfs een altaar
met het opschrift: Aan een onbekende god. Welnu, wat gij vereert zonder het te kennen, dat kom ik u verkondigen.
De God die de wereld gemaakt heeft en alles wat daarin is. Hij die de Heer is van hemel en aarde, woont niet in door handen gemaakte tempels.
Ook wordt Hij niet door mensenhanden verzorgd, alsof Hij iemand nodig heeft,
want Zelf geeft Hij aan ieder leven en adem, ja alles.
Heel het mensen­geslacht deed Hij uit een ontstaan, om de gehele oppervlak­te van de aarde
te bewonen, waarbij Hij de seizoenen vaststelde, en de grenzen van hun woongebied,
opdat zij God zouden zoeken, of zij Hem misschien al tastende zouden vinden;
Hij is immers niet ver van ieder van ons.
Want door Hem hebben wij het leven, het bewegen en het zijn;
zoals sommige van uw eigen dichters hebben gezegd: Want wij zijn van zijn geslacht.
Als wij dus tot Gods geslacht behoren, moet en we niet menen dat het goddelijke gelijken zou
op goud of zilver of steen, op een voortbrengsel van menselijke kunde en vernuft.
Zonder acht te slaan op die tijden van onwetend­heid laat God thans
aan de mensen de boodschap brengen, dat zij zich allen en overal moeten bekeren.
Hij heeft immers een dag vastge­steld, waarop Hij de wereld naar rechtvaar­digheid gaat oordelen
door een man die Hij daartoe heeft bestemd. Aan allen gaf Hij het bewijs daarvan
door Hem uit de doden te doen opstaan.'
Maar toen zij van de opstanding der doden hoorden, spotten sommigen daarmee,
terwijl anderen zeiden: 'Daarover zullen wij u bij gelegen­heid nog wel eens horen.'
Zo ging Paulus van hen weg.
Toch sloten sommigen zich bij hem aan en kwamen tot het geloof, onder wie Dionysius
en Areopa­giet en een vrouw die Damaris heette, en nog anderen.
Hierna vertrok Paulus uit Athene en kwam in Korinte.

Psalm

Psalmen 148(147),1-2.11-12.13.14.

Loof de Heer, bewoners van de hemel,
loof Hem daar in de hoogten,
loof Hem, al zijn herauten,
loof Hem, heel zijn engelenmacht.

Koningen van de aarde en alle naties,
vorsten en alle leiders van de aarde,
jonge mannen en jonge vrouwen,
oud en jong tezamen.

Laten zij loven de naam van de Heer,
alleen zijn naam is hoogverheven,
zijn luister gaat aarde en hemel te boven.

Hij verhoogt het aanzien van zijn volk,
de roem van al wie Hem trouw zijn,
het volk van Israël, dat Hem nabij is.

Evangelielezing

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes 16,12-15.

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: Nog veel heb Ik u te zeggen, maar gij kunt het nu niet verdragen.
Wanneer Hij echter komt, de Geest der waarheid, zal Hij u tot de volle waarheid brengen;
Hij zal niet uit zichzelf spreken, maar spreken al wat Hij hoort en u de komende dingen aankondigen.
Hij zal Mij verheer­lijken, omdat Hij aan u zal verkondigen wat Hij van Mij ontvangen heeft.
Ik zei dat Hij aan u zal verkondigen wat Hij van Mij ontvangen heeft, omdat al wat de Vader heeft het mijne is.


Bron : Petrus Canisius bijbelvertaling & vernieuwingen
Om de bijbellezingen iedere morgen in Uw mailbox te ontvangen, kunt u zich hier inschrijven : dagelijksevangelie.org